Studiereisverslag: Een Wenen vol Wiennaars

De drukte van Koningsdag precies om middernacht moeten ontvluchten klinkt als een sprookje; daarna proberen te slapen in een bus vol neerlandici in spe was dat echter wat minder. Sommige sliepen als Doornroosje, andere hebben de hele nacht gevangengezeten in limbo-op-wielen. 

Door Jutta Hoek

Toen iedereen wakker was, bevonden we ons in Duitsland. Op een parkeerterrein hielden we pauze, waar we het estafettestokje werden van Team Toonen. ‘Are you the new buschauffeur?’, vroeg Hélène na de overdracht. Niet iedereen was dus even wakker. 

Zonsopkomst boven Duitsland; de mensen die ’s nachts wél sliepen in de bus hebben dit toch mooi gemist

Met onze ‘new buschauffeur’ kwamen we uiteindelijk in Oostenrijk terecht. Bergen, bossen met veel loof- en naaldbomen, strakblauwe lucht en in de geluidsschermen naast de weg om de zoveel meter een knalgele deur … De natuur in haar meest ongerepte staat. We kregen nog even een quizje te doen, maar toen, eindelijk, na meer dan veertien uur in de bus, kwamen we aan bij ons hostel in Wenen. 

Nadat we onze koffers in de kamers gedumpt hadden, was het tijd om de buurt wat te verkennen en op avondeten te jagen. In de buurt van het hostel was er een heel grote trap die ik heel graag wilde overwinnen, maar eten kwam eerst. Om de paar minuten reed er een ambulance of politiewagen langs, wat vast een goed teken was, en ons ook leerde dat de sirenes heel anders waren dan in Nederland; waar die dingen bij ons thuis blijven blèren, gebeurde dat in Wenen maar in korte intervallen. Ook leken politieauto’s bijna een liedje te zingen. En we waren nog niet eens in het operagebouw! 

Het prachtige A&O Wien, ons thuis voor vier nachten

Er waren mensen die gek genoeg waren om na het hele debacle van de reis nog uit te gaan. Iedere avond waren er trouwens mensen die dat deden. Ik ben geen enkele keer mee geweest, dus ik ga er geen verslag van kunnen doen, maar het was vast leuk! 

De eerste échte dag 

De volgende dag begon met ontbijt in het hostel. Er waren broodjes met verschillende soorten beleg, yoghurt, muesli, eieren en stiekem best wel trieste pannenkoekjes uit een machine. Kortom: voor ieder wat wils. 

Na een vrije ochtend was het tijd om een bezoekje te brengen aan de universiteit. Het gebouw zou ik beschrijven als het tegenovergestelde van het Erasmusgebouw: oud, open en mooi. Wel minder hoog, maar naar beneden springen zou nog steeds flink pijn doen, dus wat maakt het ook uit. De binnenkant van het gebouw stelde ook niet teleur; pilaren, rijke versieringen en van die grappige trappen die aan twee verschillende kanten omhoog gaan naar dezelfde verdieping. Het tegenovergestelde van sober, dus. 

Wanneer je universiteit uiterlijke schijn boven kwaliteit van onderwijs stelt (moeten we onszelf dan maar wijs maken om het Erasmusgebouw te kunnen accepteren)

We mochten ook met een college meedoen! De collegezaal waar we zaten voelde dan weer een stuk dichter bij huis, al konden de ramen wel open (take that, Erasmusgebouw). Waar ik de RU wel de punten moet geven, is voor de stoelen, want die in Wenen bestonden eigenlijk uit twee planken die loodrecht op elkaar stonden, wat je na een paar uur wel begon te voelen. 

Daarna kregen we een rondleiding door de universiteit, waar we nog meer van het gebouw zagen en waar ik al vallend beter kennismaakte met de trappen (ze waren glad!). Door het hele gebouw heen waren beelden, er was een soort open plek middenin het gebouw met een grasveldje, bomen en beelden van verschillende alumni van de universiteit. Voor sommige hadden ze alleen wel meer budget dan voor andere; het ging van hele standbeelden tot bustes, al dan niet met kleding, en de modernere stukken waren platen glas met een afbeelding erin. Het was in ieder geval grappig om langs te lopen. 

In de avond had de Stuco de mythen- en sagenwandeling voorbereid. We werden getrakteerd met verhalen over Wenen die door een geweldig acteursgezelschap uitgebeeld werd: onszelf. En als je een deel van deze geweldige acteurs echt in actie wil zien, kom dan naar het toneelstuk van de SVN dit jaar haha ik ben zeer onpartijdig hier 

Acteurs in actie tijdens de mythen- en sagenwandeling

Matroesjkaschoolreisje 

De dag erna gingen we naar Bratislava. We kregen hiervoor het advies om in het hostel broodjes te smeren voor de lunch. Ik had er geen zin in, omdat mijn rantsoen voor de hele week bestond uit suikerwafels, maar het klonk wel als een prima plan voor suikerwafellozen.  

Het hostel vond helaas van niet: mensen werden gestopt, lunch werd afhandig gemaakt en de reisleiding werd gecontacteerd. Oeps. 

Kunst.

Meer kunst.

Na dat circus stapten we de bus in en gingen we naar het Danubiana Meulensteen Art Museum. De kunst was allemaal wel interessant, maar mijn favoriete activiteit was het spotten van hagedisjes en slangen. Menig SVN’er liep langs de oevers om een glimp op te vangen van reptielen; het hoogtepunt van mijn slangenspotcarrière was zien hoe een slang met prooi en al in het water verdween. Fun fact: dit was ook de dag waarop ik leerde dat alle slangen kunnen zwemmen. Jippie! 

Holy moly! Een slang!

Nadat we terug in de bus waren gestapt, naar Bratislava werden gereden en de buschauffeur de bus achteruit inparkeerde op een krappe parkeerplaats, werden we losgelaten in de stad. Čumil, een blauwe kerk, wat groenstrookjes en een kasteel later was het alweer tijd om terug te gaan naar Wenen. 

De blauwe kerk doet zijn naam eer aan

Competities en clowns 

Nieuwe dag, nieuwe missie, en vandaag was deze missie het winnen van de hotspot-hoppers-speurtocht. Normaal probeer ik het een beetje onder controle te houden, maar stiekem ben ik irritant competitief. Het feit dat mijn team als motto ‘winnen is belangrijker dan meedoen’ koos, hielp niet om de remmen erop te houden. Er zat dus een ding op: de competitie volledig vernietigen. En zo geschiedde. 

Wanneer je op 1 mei hotspots aan het hoppen bent en toevallig alle linkse mensen in Oostenrijk tegenkomt (en het er ongeveer net zoveel zijn als in Nederland)

Na wat vrije tijd om bij te komen van fanatiek door Wenen rennen, gingen we naar het ballet. Het operagebouw voelde haast magisch om te betreden; ik weet niet waarom ik meer fixeer op trappen dan op schilderijen, maar wederom zijn de trappen, met groenblauw tapijt op wit marmer, de eerste dingen die ik terug voor me zie. Er waren ook rijkversierde pilaren en zo, maar je kan niet allemaal een trap zijn. 

Voor het ballet hadden we staanplaatsen, maar de rij waar ik op stond had wel de mogelijkheid om te zitten op het trappetje achter ons, om even te smokkelen. Urenlang staan nadat je al dagenlang alleen maar hebt rondgelopen is best wel een opgave, dus ik ben halverwege maar gaan zitten en ben pas weer opgestaan bij het applaus. 

Wanneer de staanplaatsen je toch mooi het beste zicht geven op alle rijke mensen die wel zitplaatsen hebben

De show zelf was indrukwekkend – het was heel cool om te zien hoe soepel en haast gewichtloos mensen kunnen bewegen – maar ik weet nog steeds niet helemaal wat het verhaal aan het doen was. In de eerste akte verscheen een clown, die vervolgens nooit meer terugkwam. Was de clown een persoon? Was de clown een metafoor? Kwam de clown uit een andere voorstelling en kwam die per ongeluk op het verkeerde moment op? Als ik het opzoek op het internet, wordt me verteld dat de clown uiteindelijk wordt meegenomen door soldaten – die ik overigens niet heb gezien – naar het front van de Eerste Wereldoorlog. Die Kameliendame is gebaseerd op een boek dat geschreven is voor de Eerste Wereldoorlog. Was de schrijver van het boek helderziend, of heeft iemand in de keten van bewerkingen een willekeurige clown toegevoegd? Ik weet het antwoord nog steeds niet, maar aan de ene kant heb ik daar ook wel vrede mee; het mysterie van de clown was het hoogtepunt van mijn avond en het raadsel mag best blijven bestaan. 

Het bittere einde 

De volgende dag was alweer de laatste. We gingen naar Schloss Schönbrunn! Het paleis zat propvol kunst en was soms nog mooi ook. Het was voor mij eigenlijk vooral een beetje veel. Ja, ik snap het, deze mensen hadden te veel geld, maar je hoeft niet je hele balzaal met willekeurige gouden patronen te bedekken. Af en toe is lege ruimte ook gewoon prima. De tuinen vond ik wat mooier; omdat het er wat rustiger was, maar ook omdat de idiote fonteinen voor mij meer het soort onzin is die je hoort te doen met te veel geld. 

Willekeurige gouden patronen in de balzaal van Schönbrunn

Een betere besteding van overdreven rijkdom

Als afsluiter van de studiereis zijn we met de hele groep in een restaurant gaan eten. Ik zat met een groepje na een tripje naar de dierentuin met uiterst pijnlijke voeten op een bankje, toen ik het restaurant opzocht in Google Maps. 

‘Oh. Oh nee,’ zei ik, toen ik doorkreeg waar we heen moesten. ‘Eh, jongens, weten jullie nog dat ik de eerste dag zei van “die trappen wil ik beklimmen”, maar dat we daar geen tijd voor hadden?’ 

Het cirkeltje was rond, maar mijn voeten waren zo pijnlijk dat het niet echt meer voelde als een overwinning toen we het restaurant binnengingen. Het eten was lekker, maar daarna was het helaas tijd om de bus in te gaan en te vertrekken naar Nederland.  

Uitzicht vanaf de trappen

Weer thuis 

Rond het middaguur op de volgende dag kwamen we aan in Nijmegen; onze lieve buschauffeur wilde een deel van ons zelfs afzetten op CS. Wat een engel.  

Iedereen ging dus langzaam maar zeker weer naar huis. Ik was de laatste die achterbleef op CS – we houden van mijn bus – en het was voor dit artikel een leuk einde geweest als ik toen had nagedacht over hoe leuk het was en hoe ik mijn studiegenoten beter heb leren kennen. Helaas was ik daar veel te moe voor en dacht ik alleen maar na over zo snel mogelijk onder de wol kruipen en slaap inhalen. 

Nou ja. Dat de gedachten niet meteen kwamen, betekent niet dat ze niet kwamen: dit was mijn eerste studiereis, omdat ik vorig jaar niet zeker wist of ik een plaats zou kunnen hebben in de groep, maar dit jaar heeft me laten zien dat dat geen gegronde angst was. Ik ben veel met de gebruikelijke mensen omgegaan, maar heb ook dingen gedaan met mensen die ik normaal niet zo veel spreek. Ik ben flink buiten mijn comfort-zone getreden, maar daar heb ik geen seconde over geweend.  

Quotes Top 40 

Als je met mensen praat, zeggen ze soms dingen. Ik heb tijdens de studiereis spionnen uitgezet die al de leukste quotes aan mij hebben doorgespeeld, die we vervolgens met de redactie hebben omgetoverd tot de enige echte Quotes Top 40! 

  1. Julius, over alcoholisme: ‘In Brabant noemen we dat gewoon een Bourgondische levensstijl.’ 
    Bart: ‘In de Achterhoek noemen we dat gewoon dorst.’ 
  1. Zeppe: ‘Besta ik niet voor jou? Zie je mij niet staan?’ 
    Bart: ‘Ik zie je wel staan, als ik een beetje omlaag kijk.’ 
  1. ‘Als je hummus op een wortel doet dan blijft het broodbeleg, maar dan op een wortel.’ – Deirdre 
  1. ‘Bak … Bratisk … oh ja, Bratislava! Maar waar is Baklava dan?’ – Deirdre 
  1. ‘Ik vertel zo verder, ik moet eerst even dit ding in je mond steken.’ – Anna 
  1. ‘Zijn dit mensen of antropomorfe supermarkten?’ – Puck 
  1. ‘In Arnhem is echt een hele mooie begraafplaats … aanrader!’ – Cato 
  1. ‘Dat lijkt verdacht veel op een kip … Oh, het is een kip.’ – Tosca 
  1. ‘Ik heb het richtingsgevoel van een stoeptegel: ik lig hier goed.’ – Eva 
  1. ‘Geen zorgen, we trappen wel gewoon in de je rug als je je alleen voelt.’ – Merijn 
  1. ‘Jullie zijn allemaal een wanordelijke boel!’ – Zeppe 
  1. ‘Die attractieve dwerg’ – Zeppe over zichzelf 
  1. ‘Ik vind ei alleen lekker op een dag waarop ik ei lekker vind, en ik weet niet of vandaag een dag is waarop ik ei lekker vind.’ – Hélène 
  1. ‘Die seksscène, het is ook zo zonde, dan gaat het licht weer uit.’ – Puck 
  1. Goor kaasbroodje is mijn tweede naam.’ – Jesse 
  1. Jutta: ‘Het zijn allemaal beesten.’ 
    Mirthe: ‘Dat heb je weleens in een dierentuin.’ 
  1. ‘Daar staat een oude vrouw, gewoon omver lopen!’ – Julius 
  1. ‘Dit is overprikkeling als woning.’ – Jutta over Schönbrunn 
  1. ‘Je moet je als groep voortbewegen alsof je een auto bent.’ – Zeppe 
  1. Jutta: ‘Weten jullie wie de clown is?’ 
    Deirdre: ‘Jij.’ 
  1. ‘Paarden kunnen het, dus wij ook.’ – Lotte B 
  1. ‘Als je hem recht neemt, is het ook lekker.’ – Tobias 
  1. ‘Soms floept hij er half uit en soms helemaal, dat gebeurt soms!’ – Jutta 
  1. ‘Wel een beetje profiteren van de slechte economie daar, hè?’ – Lotte G over shoppen in Bratislava 
  1. ‘Mijn hoofd is een oliebol.’ – Tim 
  1. Eva: ‘On y va!’ 
    Jutta: ‘Frans?’  
    Eva: ‘Sí.’ 
  1. ‘Je klinkt vandaag extra Limburgs.’ – Hélène tegen Zeppe 
  1. ‘En ik ben straks weer alleen thuis.’ – Iris, toen Lottes vriend haar met bloemen op stond te wachten toen de bus aankwam, daarmee een onder de SVN breed gedragen sentiment onder woorden brengend 
  1. ‘Het is niet corona. Jammer.’ – Machteld 
  1. Hélène: ‘Appelsap is Julius.’ 
    Julius: ‘Ja, ik ben appelsap, hoi!’ 
  1. ‘We hebben ook veel lijken gezien.’ – Deirdre 
  1. ‘Kom, er is ook een café in de wc!’ – Zeppe, die wil zeggen ‘er is ook een wc in het café’ 
  1. ‘Hoe … blijven mensen geboren worden?’ – Hannah 
  1. ‘Dan roeien we het hele centrum uit.’ – Julius 
  1. ‘Deze is rijp.’ – Iris over een watje 
  1. ‘Het Apenhuis, oftewel: het hostel.’ – Jutta in de dierentuin 
  1. ‘Ik heb zo’n goed gevoel voor vermogen.’ – Kevin 
  1. ‘Zeven blijft kleven. Just like me.’ – Jade 
  1. Bart: ‘Er hangt natuurlijk een zeer seksuele sfeer bij de SVN.’ 
    Julius: ‘De S staat voor seks.’ 
  1. ‘Ik heb een ehbo-kit mee, dus jullie mogen je enkel verstuiken.’ – Tobias 

Geef een reactie